Inleiding
Drenthe heeft een stevige ambitie op het terrein van Europa. Europese kansen willen we benutten om onze Drentse beleidsdoelstellingen te realiseren. Om deze kansen te kunnen benutten wordt bij de meeste Europese projecten provinciale EU cofinanciering gevraagd. Door middel van een integrale afweging over de inzet van de provinciale middelen bij Europese projecten en programma's wordt getracht deze Drentse ambitie te bewerkstelligen.
Wat willen wij bereiken?
Aansluiting vinden bij het beleid, de netwerken en de mogelijkheden van Europa is geen doel op zichzelf. Het is een middel om onze eigen Drentse ambities te verwezenlijken en met onze doelen tegelijkertijd bij te dragen aan die van Europa. Europa is met andere woorden facetbeleid. Wij geven dit vorm via onze Europa aanpak. Dat doen we niet alleen voor onszelf, maar bovenal voor en met onze stakeholders.
Wij werken waar energie zit. Wij werken van abstract strategisch tot concrete projecten en alles wat daartussen zit. Wij zijn daarbij vaak afhankelijk van het enthousiasme, draagvlak en de inzet van stakeholders.
Wat gaan wij daarvoor doen?
In 2015 zijn de Europese regioprogramma’s OP EFRO, Interreg A (Nederland-Duitsland) en B (Noordzee), Interreg Europe en het POP voorzichtig van start gegaan. Deze regioprogramma’s onderscheiden zich van andere Europese instrumenten omdat Drenthe mede indiener van die programma’s is, Drenthe in het werkingsgebied van die programma’s ligt en wij mede verantwoordelijk zijn voor de uitvoering en cofinanciering ervan. Alle overige instrumenten worden door de Europese Commissie zelf uitgevoerd.
In het najaar van 2015 zal naar verwachting duidelijkheid ontstaan over de programmering in 2016 en het benodigde cofinancieringsbudget.
Wij verwachten dat de uitvoering van die programma’s in 2016 pas echt goed op stoom komen. Onze verantwoordelijkheid om mede bij te dragen aan de regionale cofinanciering van die programma’s hebben we financieel geregeld door naast de beleidsbudgetten een reserve EU cofinanciering te creëren en te vullen. Met de door ons voorgestelde intensivering verwachten wij voldoende middelen beschikbaar te hebben om projecten vanuit Drentse stakeholders gedurende de gehele programmaperiode tot en met 2021 te kunnen cofinancieren. Met het onlangs aan u voorgelegde spelregelkader zijn de interne speregels en de afspraken over de verantwoording van die reserve geregeld.
Voor al die programma’s geldt dat de besteding van de reserve wel sterk afhankelijk is van de mate waarin de Drentse stakeholders in staat zijn goede plannen (mede) te ontwikkelen voor die programma’s. In feite zijn de kasstromen dan ook moeilijk in te schatten.
Naast de genoemde regioprogramma’s zullen wij proberen ook andere Europese instrumenten, soms in samenwerking met andere Europese regio´s in te zetten om onze ambities gefinancierd te krijgen. De mogelijkheden en kansrijkheid ervan zullen per initiatief verschillen. Ook daarvoor dient de reserve als financieringsbron voor de benodigde cofinanciering.
Voor wat betreft het anticiperen op nieuwe Europese kaders zal onze aandacht de komende jaren onder andere gericht zijn op de contouren van de volgende programmaperiode na 2021 en de ontwikkelingen rond een Europese energieunie. Beleidsanticipatie is een proces van lange adem, maar wij hebben de ambitie om mede richtinggevend en aangehaakt te zijn voor de Europese koers op belangrijke thema´s die onze provincie raken. Wij zullen dit zoveel mogelijk in goede samenwerking en afstemming met onder andere Groningen en Fryslan en onze oosterburen vormgeven.
Tijdens de behandeling van de begroting 2015 is de motie Europa Werkwijze aangenomen. De motie ondersteunt onze Europa aanpak. De middelen zetten wij in voor onze deelname aan (internationale) netwerken en het organiseren van eigen netwerkbijeenkomsten.
Tot slot willen we onze inspanningen gericht op de grensoverschrijdende samenwerking met andere Europese regio´s verder richting geven. Vooral de samenwerking met onze oosterburen heeft daarbij onze aandacht. Daartoe willen we een Duitsland Agenda ontwikkelen.
Wat gaat dat kosten/wat levert dat op?
Investeren in Europese kennis en netwerk levert beter beleid, betere (anticipatie op) regelgeving (70% van de EU regels slaan neer op decentrale overheden), betere resultaten en middelen op voor onze eigen beleidsdoelen.
Het is nu niet mogelijk te zeggen op welk thema er in 2016 middelen worden binnengehaald of welke regel er in 2016 zal worden aangepast dankzij ons lobbywerk. Brussel is evenals onze eigen beleidsomgeving daarvoor te dynamisch. Vaste evenementen als Open Days en lidmaatschap van EU netwerken als de CPMR dragen daartoe bij.
Bedragen x € 1 miljoen | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
Cofinancieringsreserve Europa | 4,3 | 3,1 | 3,1 | 3,1 | 3,1 | 5,8 | 3,1 |
EFRO | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 |
1. Arbeidsmarkt MKB | |||||||
2. Samenwerking MKB-kennisinstellingen | |||||||
3. Valorisatieprojecten | |||||||
4. CO2 reductie | |||||||
INTERREG A | 0,3 | 0,3 | 0,3 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 |
1. Innovatie MKB en CO2 reductie 65% | |||||||
2. Sociaal-culturele en territoriale cohesie 35% | |||||||
INTERREG B | 0,2 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
1. Onderzoek, tech. ontw. en innovatie | |||||||
2. Efficiënte omgang met hulpbronnen | |||||||
3. Klimaat | |||||||
4. Duurzaam vervoer | |||||||
POP | 2,3 | 1,3 | 1,3 | 1,5 | 1,5 | 1,6 | 1,6 |
1 Innovatie landbouw | |||||||
2 Landbouw struct.verb./ kavelruil | |||||||
3 Jonge boeren | |||||||
4 Agrarisch natuurbeer | |||||||
5 Water (KRW,PAS) | |||||||
6 Leader | |||||||
Overig (thematische fondsen, interreg Europe, etc) | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 |
Netwerken Europa | 0,05 | 0,05 | 0,05 | 0,05 | 0,05 | 0,05 | 0,05 |
Werkwijze Europa | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,025 | 0,025 |