Europa

Inleiding

Drenthe heeft een stevige ambitie op het terrein van Europa. Europese kansen willen we benutten om onze Drentse beleidsdoelstellingen te realiseren. Om deze kansen te kunnen benutten wordt bij de meeste Europese projecten provinciale EU  cofinanciering gevraagd. Door middel van een integrale afweging over de inzet van de provinciale middelen bij Europese projecten en programma's wordt getracht deze Drentse ambitie te bewerkstelligen.

Wat willen wij bereiken?

Aansluiting vinden bij het beleid, de netwerken en de mogelijkheden van Europa is geen doel op zichzelf. Het is een middel om onze eigen Drentse ambities te verwezenlijken en met onze doelen tegelijkertijd bij te dragen aan die van Europa. Europa is met andere woorden facetbeleid. Wij geven dit vorm via onze Europa aanpak. Dat doen we niet alleen voor onszelf, maar bovenal voor en met onze stakeholders.
Wij werken waar energie zit. Wij werken van abstract strategisch tot concrete projecten en alles wat daartussen zit. Wij zijn daarbij vaak afhankelijk van het enthousiasme, draagvlak  en de inzet van stakeholders.

Wat gaan wij daarvoor doen?

In 2015 zijn de Europese regioprogramma’s OP EFRO, Interreg A (Nederland-Duitsland) en B (Noordzee), Interreg Europe en het POP voorzichtig van start gegaan. Deze regioprogramma’s onderscheiden zich van andere Europese instrumenten omdat Drenthe mede indiener van die programma’s is, Drenthe in het werkingsgebied van die programma’s ligt en wij mede verantwoordelijk zijn voor de uitvoering en cofinanciering ervan. Alle overige instrumenten worden door de Europese Commissie zelf uitgevoerd.

  • Het OP EFRO is een Noord-Nederlands programma dat innovatie bevordering  en de overgang naar een koolstofarme economie beoogt.
  • Het INTERREG A programma heeft betrekking op het gehele Nederlands-Duitse grensgebied. De projecten waar Drentse bedrijven of instellingen in deelnemen kunnen door partijen uit dat gehele grensgebied worden ingediend.
  • Het hoofddoel van INTERREG Noordzeeregio is om via een gezamenlijke inzet de gebieden grenzend aan de Noordzee te laten uitgroeien tot gebieden met een sterkere en duurzamer werk- en leefomgeving.
  • Het Plattelandsontwikkelingsprogramma POP3 is onderdeel van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Het programma is erop gericht om de duurzame ontwikkeling van het platteland, en van de landbouw in het bijzonder, een krachtige impuls te geven. Het POP3 richt zich op de volgende doelen:
  1. het versterken van innovatie, verduurzaming en concurrentiekracht van de landbouw,
  2. jonge agrarische ondernemers,
  3. natuur en landschap,
  4. het verbeteren van de waterkwaliteit, en  
  5. het stimuleren van brede plattelandsontwikkeling via LEADER.

In het najaar van 2015 zal naar verwachting duidelijkheid ontstaan over de programmering in 2016 en het benodigde cofinancieringsbudget.

Wij verwachten dat de uitvoering van die programma’s in 2016 pas echt goed op stoom komen. Onze verantwoordelijkheid  om mede bij te dragen aan de regionale cofinanciering van die programma’s hebben we financieel geregeld door naast de beleidsbudgetten een reserve EU cofinanciering te creëren en te vullen. Met de door ons voorgestelde  intensivering verwachten wij voldoende middelen beschikbaar te hebben om projecten vanuit Drentse stakeholders gedurende de gehele programmaperiode tot en met 2021 te kunnen cofinancieren. Met het onlangs aan u voorgelegde spelregelkader zijn de interne speregels en de afspraken over de verantwoording van die reserve geregeld.
Voor al die programma’s geldt dat de besteding van de reserve wel sterk afhankelijk is van de mate waarin de Drentse stakeholders in staat zijn goede plannen (mede) te ontwikkelen voor die programma’s. In feite zijn de kasstromen dan ook moeilijk in te schatten.
Naast de genoemde regioprogramma’s zullen wij proberen ook andere Europese instrumenten, soms in samenwerking met andere Europese regio´s in te zetten om onze ambities  gefinancierd te krijgen. De mogelijkheden en kansrijkheid ervan zullen per initiatief verschillen. Ook daarvoor dient de reserve als financieringsbron voor de benodigde cofinanciering.
Voor wat betreft het anticiperen op nieuwe Europese kaders zal onze aandacht de komende jaren onder andere gericht zijn op de contouren van de volgende programmaperiode na 2021 en de ontwikkelingen rond een Europese energieunie. Beleidsanticipatie is een proces van lange adem, maar wij hebben de ambitie om mede richtinggevend en aangehaakt te zijn voor de Europese koers op belangrijke thema´s die onze provincie raken. Wij zullen dit zoveel mogelijk in goede samenwerking en afstemming met onder andere Groningen en Fryslan en onze oosterburen vormgeven.
Tijdens de behandeling van de begroting 2015 is de motie Europa Werkwijze aangenomen. De motie ondersteunt onze Europa aanpak. De middelen zetten wij in voor onze deelname aan (internationale) netwerken en het organiseren van eigen netwerkbijeenkomsten.  

Tot slot willen we onze inspanningen gericht op de grensoverschrijdende samenwerking met andere Europese regio´s verder richting geven. Vooral de samenwerking met onze oosterburen heeft daarbij onze aandacht. Daartoe willen we een Duitsland Agenda ontwikkelen.

Wat gaat dat kosten/wat levert dat op?

Investeren in Europese kennis en netwerk levert beter beleid, betere (anticipatie op) regelgeving (70% van de EU regels slaan neer op decentrale overheden), betere resultaten en middelen op voor onze eigen beleidsdoelen.

Het is nu niet mogelijk te zeggen op welk thema er in 2016 middelen worden binnengehaald of welke regel er in 2016 zal worden aangepast dankzij ons lobbywerk. Brussel is evenals onze eigen beleidsomgeving daarvoor te dynamisch. Vaste evenementen als Open Days en lidmaatschap van EU netwerken als de CPMR dragen daartoe bij.

 Bedragen x € 1 miljoen

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Cofinancieringsreserve Europa

    4,3

     3,1

     3,1

     3,1

     3,1

     5,8

     3,1

EFRO

1,0

1,0

1,0

0,6

0,6

  0,6

 0,6

1. Arbeidsmarkt MKB

2. Samenwerking MKB-kennisinstellingen

3. Valorisatieprojecten

4. CO2 reductie

INTERREG A

0,3

0,3

0,3

0,4

0,4

 0,4

0,4

1. Innovatie MKB en CO2        reductie 65%

2. Sociaal-culturele en territoriale cohesie 35%

INTERREG B

0,2

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

1. Onderzoek, tech.  ontw. en innovatie

2. Efficiënte omgang met hulpbronnen

3. Klimaat 

4. Duurzaam vervoer

POP

2,3

1,3

1,3

1,5

1,5

1,6

1,6

1 Innovatie landbouw

2 Landbouw struct.verb./ kavelruil

3 Jonge boeren

4 Agrarisch natuurbeer

5 Water (KRW,PAS)

6 Leader

Overig (thematische fondsen, interreg Europe, etc)

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

Netwerken Europa

0,05

0,05

0,05

0,05

0,05

0,05

0,05

Werkwijze Europa

0,025

0,025 

0,025 

0,025 

0,025 

0,025 

0,025